IPSOS-enquête: 72% vindt dat ecocide een misdaad moet zijn
Samenvatting:
Uit resultaten van de Global Commons Survey 2024uitgevoerd door Ipsos UK in opdracht van Earth4All en de Global Commons Alliance (GCA), blijkt dat 72% van de ondervraagden in G20-landen vinden dat de ernstigste 'vormen van schade die aan de natuur wordt toegebracht - beter bekend als Ecocide - een misdaad zou moeten zijn.
De enquête, die 18 G20-landen peilde met uitzondering van Rusland, onthult een diepgewortelde bezorgdheid onder burgers van 's werelds grootste economieën over de huidige staat en toekomst van de planeet.
59% is zeer of zeer bezorgd over de huidige toestand van de natuur.
69% gelooft dat de aarde het kantelpunt van het klimaat en de natuur nadert.
Meer dan de helft van de ondervraagden voelt zich zeer of enigszins blootgesteld aan klimaat- en milieurisico's.
Bijna drie op de vier ondervraagde mensen (72%) in 18 G20-landen is er voorstander van om regeringen of leiders van grote bedrijven, die acties goedkeuren of toestaan die ernstige schade toebrengen aan de natuur en het klimaat, strafrechtelijk te kunnen vervolgen. Dat staat in de resultaten van de laatste Global Commons Survey 2024, uitgevoerd door Ipsos UK in opdracht van Earth4All en de Global Commons Alliance (GCA).
Het onderzoek volgt op recente baanbrekende wetswijzigingen, onder andere in België waar ecocide eerder dit jaar werd erkend als een misdaad op federaal niveau. Gelijkaardige wetten zijn ook aangenomen in Chili en Frankrijk en ecocidewetsvoorstellen zijn ingediend in onder andere Brazilië, Italië, Mexico, Nederland, Peru en Schotland.
De enquête - die werd uitgevoerd in 18 G20-landen, met uitzondering van Rusland - onthult een diepgewortelde bezorgdheid onder burgers van 's werelds grootste economieën over de huidige staat en de toekomst van onze planeet. 59% van de bevraagden maakt zich ernstige of zeer ernstige zorgen over de huidige staat van de natuur. Dat is een lichte stijging ten opzichte van de Global Commons Survey van 2021. Daarnaast is 69% het ermee eens dat de aarde kantelpunten nadert met betrekking tot het klimaat en de natuur als gevolg van menselijke activiteiten.
Het onderzoek deelt ondervraagden uit 18 G20-landen in vijf "Planetaire Beheer-groepen" in. Hieruit blijkt dat "Stabiele Progressieven", "Bezorgde Optimisten" en "Planetaire Toezichthouders" - groepen die pleiten voor krachtige actie om het milieu te beschermen - de meerderheid uitmaken (namelijk 61%). Dit is een sociaal kantelpunt, waarbij meer mensen nu actie eisen om de planeet te beschermen dan mensen die dat niet willen.
De deelnemers aan de enquête kwamen uit 18 G20-landen: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Frankrijk, Duitsland, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, plus vier landen buiten de G20: Oostenrijk, Denemarken, Kenia en Zweden.
Owen Gaffney, co-leider van het Earth4All initiatief: "We zijn verrast dat een meerderheid (72%) het strafbaar maken van de ernstigste schade aan de natuur en het klimaat steunt. De meerderheid wil het wereldwijde gemeengoed beschermen; 71% vindt dat de wereld onmiddellijk actie moet ondernemen. Onze enquête toont aan dat mensen in de grootste economieën ter wereld zich zéér bewust zijn van de dringende noodzaak om onze planeet te beschermen voor toekomstige generaties."
Jane Madgwick, uitvoerend directeur van GCA voegt hieraan toe:"Overal maken mensen zich grote zorgen over de toestand van onze planeet en ze voelen nu al daadwerkelijk de pijn. Het besef dat we dicht bij het kantelpunt staan is groot, net als de bezorgdheid dat de politieke prioriteiten elders liggen. Het komt allemaal neer op wat we collectief kunnen doen om het wereldwijde gemeengoed te beschermen en te herstellen. Dit is namelijk wat het leven op aarde in stand houdt en ons beschermt tegen de ernstigste gevolgen van de klimaatverandering. Dit vergt moedig leiderschap en een echt wereldwijde inspanningen, die acties van landen onderling verbinden en een stevig fundament geven."
Jojo Mehta, mede-oprichtster en CEO van Stop Ecocide International, zei: "We zien belangrijke verschuivingen in beleid ten gunste van ecocidewetgeving, zowel op nationaal, regionaal als internationaal niveau. Het meest opmerkelijk is dat de Europese Unie begin dit jaar 'gekwalificeerde overtredingen' heeft opgenomen in haar herziene milieucriminaliteitrichtlijn, die onder andere 'gedrag dat vergelijkbaar is met ecocide' omvat. Dit betekent dat EU-lidstaten nu twee jaar de tijd hebben om deze regels in nationale wetgeving om te zetten - een groots moment dat wereldwijd wordt gevoeld."
"We weten dat deze vooruitgang op beleidsniveau in grote mate te danken is aan de wijdverspreide vraag vanuit het maatschappelijk middenveld. De nieuwe Global Commons Survey maakt duidelijk dat er al een sterke basis van publieke steun is voor deze wet. De mensen begrijpen duidelijk dat de ernstigste vormen van milieuvernietiging ons allemaal schaden, en dat er een reëel afschrikkingspotentieel schuilt in het creëren van persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid voor besluitvormers aan de top. Schade voorkomen is altijd het beste beleid, en dat is precies waar de ecocidewetgeving over gaat."
Genderverschillen in bezorgdheid over het milieu
Het onderzoek bracht ook genderverschillen in milieubewustzijn aan het licht. Vrouwen maken zich over het algemeen meer zorgen dan mannen over de toestand van de natuur nu en voor toekomstige generaties; 62% van de vrouwen maakt zich ernstig of zeer ernstig zorgen over de toestand van de natuur nu, tegenover 56% van de mannen. 74% van de vrouwen vindt dat er onmiddelijke ingrijpende maatregelen moeten worden getroffen om milieuproblemen aan te pakken in de komende 10 jaar, tegenover 68% van de ondervraagde mannen.
Slechts 25% van de vrouwen gelooft dat veel beweringen over milieurisico's worden overdreven, tegenover 33% van de mannen. Vrouwen geloven ook beduidend minder vaak dat technologie milieuproblemen kan oplossen zonder dat mensen hun levensstijl ingrijpend hoeven te veranderen (35% vergeleken met 44% van de mannen).
Regionale verschillen in waargenomen blootstelling aan klimaatverandering
Uit het onderzoek bleek dat mensen in opkomende economieën zoals India (87%), China (79%), Indonesië (79%), Kenia (73%) en Turkije (69%) zich persoonlijk meer blootgesteld voelen aan klimaatverandering dan mensen in Europa en de Verenigde Staten. Mensen die zich in grote mate blootgesteld voelen aan milieu- en klimaatgerelateerde risico's tonen ook de grootste mate van bezorgdheid en urgentie met betrekking tot klimaatmaatregelen. Deze groep legt het vaakst een verband tussen de gezondheid van mens en planeet en ziet voordelen in het aanpakken van milieuproblemen.
Uit gegevens van dezelfde enquête die in juni werden vrijgegeven bleek ook dat 71% vindt dat er dit decennium dringend actie moet worden ondernomen om milieurisico's aan te pakken en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Planetaire beheer-groepen
De Ipsos-enquête heeft voor het eerst de ondervraagden van de G20 opgedeeld op basis van hun houding ten opzichte van het behoud van de Aarde. Zij werden ondergebracht in vijf verschillende groepen:
Planetaire Toezichthouders: Gedreven door een sterk gevoel van urgentie en verantwoordelijkheid voor het milieu pleit deze groep voor systemische verandering (politiek en economisch) om de milieu-uitdagingen aan te pakken. Ze worden gekenmerkt door hun grote bezorgdheid en activisme, waarbij 97% aangeeft dat er onmiddellijk actie moet worden ondernomen om de klimaatverandering aan te pakken. Planetaire toezichthouders geloven in de nauwe band tussen de gezondheid van de mens en de planeet en zijn over het algemeen sterke voorstanders van wettelijke maatregelen om het milieu te beschermen.
Bezorgde Optimisten: Deze groep combineert grote bezorgdheid over het milieu met optimisme over de toekomst. Bezorgde Optimisten steunen meestal onmiddellijk milieumaatregelen en zijn ervan overtuigd dat het aanpakken van de klimaatverandering wijdverspreide voordelen kan opleveren voor de mensen in hun land, maar tonen zich optimistisch over de toekomst.
Stabiele Progressieven: Door hun pragmatische en gematigde benadering streven Stabiele Progressieven naar evenwichtige oplossingen voor milieukwesties. Ze erkennen dat er dringend actie moet worden ondernomen, maar geven de voorkeur aan geleidelijke hervormingen binnen bestaande systemen.
Klimaatsceptici: Deze groep verwerpt zorgen over het klimaat en het milieu. Klimaatsceptici zijn meestal tegen beleid dat de klimaatverandering aanpakt. Ze zijn meer dan de gemiddelde in de G20-burger voorstander van individuele vrijheid en beperkte overheidsinterventie, en vinden minder vaak dat onmiddelijke milieumaatregelen nodig zijn, of dat de Aarde door menselijke activiteiten bijna een kantelpunt bereikt.
Niet Betrokkenen: Deze groep toont een gebrek aan interesse in en betrokkenheid bij milieu- en politieke kwesties. Ze staan doorgaans onverschillig tegenover milieukwesties en zijn minder geneigd dan de gemiddelde G20-burger om belangrijke veranderingen in politieke en economische systemen te steunen.
Van alle ondervraagden in de G20 bestond de meerderheid (61%) uit Planetaire Toezichthouders, Bezorgde Optimisten en Stabiele Progressieven. Dit luidt een sociaal kantelpunt in, waarbij meer mensen om de planeet geven en actie willen ondernemen om de planeet te beschermen dan mensen die dat niet doen. Binnen de onderzochte G20-landen vormen Planetary Stewards de grootste groepen in Turkije (28%), Frankrijk (27% - samen met de Stabiele Progressieven de grootste groep), Brazilië (26%) en Mexico (26% - samen met de Stabiele Progressieven de grootste groep). De Niet Betrokennen vormen de grootste groep in Duitsland, Italië, Japan en Saoedi-Arabië. In de G20 valt slechts 13% van de mensen in de groep Klimaatsceptici, volgens de resultaten van het onderzoek.
Owen Gaffney concludeerde: "In opkomende economieën, zoals Brazilië, Argentinië, Zuid-Afrika en Kenia, vinden we de meeste steun voor het beschermen en behouden van de Aarde."
De G20-landen vertegenwoordigen ongeveer 85% van het mondiale BBP, 78% van de uitstoot van broeikasgassen, meer dan 75% van de wereldhandel en ongeveer twee derde van de wereldbevolking.
Het volledige rapport van Ipsos vindt u hier.