Ecocide: de volgende grote morele en juridische verschuiving
Jojo Mehta is de CEO en medeoprichter van Stop Ecocide International.
Tussen 1961 en 1971 werd er in naam van de militaire strategie meer dan 20 miljoen liter giftige herbiciden over de bossen en landbouwgrond van Vietnam gesproeid. Agent Orange - een chemisch middel om bomen te ontbladeren en gewassen te vernietigen - liet een spoor van verwoesting achter: vergiftigd water, misvormde kinderen, uitgewiste ecosystemen.
Ongeveer 20% van de tropische wouden van het land werden kaalgevreten en vele hebben zich nooit hersteld. Het was een aanslag op het leven in al zijn vormen en het gebeurde volledig ongestraft.
Die verschrikking leidde tot een verandering in begrip - en in taalgebruik. Arthur Galston, een bioloog uit Yale wiens vroege plantenonderzoek bijdroeg aan de chemische basis van Agent Orange, was ontzet over het gebruik ervan. In 1970 stelde hij een nieuw woord voor: ecocide.
Ranch Hand-programma: Formatie van vier schepen tijdens een ontbladeringsronde (Vietnam, 1960). Krediet: Amerikaanse luchtmacht.
Hij vond dat het erkend moest worden als een internationale misdaad. De Zweedse premier Olof Palme gebruikte de term op de VN-milieutop in 1972 en noemde de ontbladering van Vietnam een 'misdaad tegen de natuur'.
Maar het concept heeft het nooit tot wet geschopt. In discussies die voorafgingen aan de onderhandelingen over het Statuut van Rome - het verdrag waarmee het Internationaal Strafhof werd opgericht - werden voorstellen gedaan om ernstige milieuvernietiging op te nemen als een kernmisdaad, maar deze werden uiteindelijk verworpen toen het verdrag in 1998 werd ondertekend.
Toen het ICC in 2002 zijn deuren opende, had het jurisdictie over genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Met uitzondering van een zeer specifieke subclausule onder oorlogsmisdaden, viel milieuschade - zelfs op catastrofale schaal - buiten het toepassingsgebied.
Een kwart eeuw later wordt dat hiaat in het internationale strafrecht opnieuw bekeken - deze keer niet alleen gedreven door de dringende noodzaak om bedreigde ecosystemen en gemeenschappen te beschermen, maar ook met een serieuze juridische architectuur om dit te ondersteunen.
In 2021 kwam een panel van internationale topjuristen, bijeengeroepen door onze liefdadigheidsinstelling, de Stop Ecocide Foundation, met een wettelijke consensusdefinitie van ecocide: "Onwettige of moedwillige handelingen die worden gepleegd in de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat door die handelingen ernstige en ofwel wijdverspreide ofwel langdurige schade aan het milieu wordt veroorzaakt." Deze definitie is zorgvuldig afgestemd op het bestaande kader van het internationale strafrecht en vormt de basis voor wetgevende inspanningen die nu overal ter wereld worden ondernomen.
Sommige landen, waaronder België en Frankrijk, hebben het begrip ecocide al opgenomen in hun nationale wetgeving, terwijl Oekraïne een slapende wettelijke bepaling nieuw leven heeft ingeblazen en actief bezig is met het vervolgen van zaken.
Veel andere landen werken momenteel aan wetgeving, waaronder Nederland, Peru, Argentinië, Italië en Schotlandwaar de Ecocide (Schotland) Bill nog maar een paar weken geleden formeel werd ingediend bij het parlement.
Deze nationale inspanningen maken deel uit van een bredere juridische transformatie. De EU heeft onlangs haar richtlijn over milieucriminaliteit herzien om er misdrijven in op te nemen die "vergelijkbaar zijn met ecocide", waardoor harmonisatie door de lidstaten voor de zomer van 2026 noodzakelijk wordt.
Vorige maand nog heeft de Raad van Europa, die 46 lidstaten vertegenwoordigt, een baanbrekend verdrag over de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht, dat vervolging van milieuvernietiging "gelijk aan ecocide" mogelijk maakt; dit verdrag staat nu open voor ondertekening.
Op internationaal niveau wordt het momentum steeds groter. Ecocide ligt nu formeel op tafel bij het ICC, dankzij een coalitie van klimaatgevoelige eilandstaten in de Stille Oceaan - Vanuatu, Samoa en Fiji - die in september 2024, een voorstel hebben ingediend om het Statuut van Rome te wijzigen en ecocide vast te stellen als vijfde internationale misdaad. Dat voorstel wordt nu gesteund door de Democratische Republiek Congoen een wereldwijde wettelijke norm krijgt snel vorm.
De plaatsvervangend aanklager van het ICC bespreekt het formele voorstel om van ecocide een nieuw internationaal misdrijf te maken tijdens een officieel nevenevenement van de Vergadering van Staten die Partij zijn bij het Statuut van Rome van het ICC in december 2024. Credit: Patricia Willocq.
Ecocide wetgeving gaat over het beschermen van vitale ecosystemen - en de gewone burgers wiens leven en levensonderhoud ervan afhankelijk zijn - tegen schade die roekeloos wordt toegebracht door de machtigsten in de samenleving. Door persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid in te voeren, wordt voorkomen dat individuen zich verschuilen achter de "bedrijfssluier" of politieke privileges - en, wat nog belangrijker is, het dient als een krachtig afschrikmiddel en helpt de ergste schade te voorkomen voordat ze plaatsvindt.
Het publiek staat nu volledig achter deze opkomende wettelijke norm: in alle G20-landen, is 72 procent van de mensen voorstander van het strafbaar stellen van bestuurders en beleidsmakers die massale milieuvernietiging toestaan of mogelijk maken.
Deze golf weerspiegelt meer dan een vraag om verantwoording af te leggen - het is een teken van een diepere verschuiving in het juridische en morele bewustzijn. Mensen verwerpen in toenemende mate de fictie uit het tijdperk van de Verlichting dat mensen gescheiden zijn van de natuurlijke wereld.
Die illusie, die inheemse gemeenschappen nooit voor de gek heeft gehouden, wordt ontmanteld door ecologische ineenstorting en doorleefde ervaring. De ecocidewet zegt het heel eenvoudig: als we de natuur op grote schaal vernietigen, brengen we niet alleen de levende wereld in gevaar, maar ook de sociale en economische fundamenten die ervan afhankelijk zijn.
Dit is niet zomaar een juridische innovatie. Het is een langverwachte correctie die zal worden verwelkomd als een essentiële veiligheidsmaatregel voor een bedreigde biosfeer die ons allemaal omvat. Zoals de baanbrekende advocaat Polly Higgins, wijlen mijn medeoprichter, ooit zei: "de aarde heeft een goede advocaat nodig". Die juridische briefing wordt nu geschreven - in Kinshasa, Straatsburg, Lima en Edinburgh.
De vraag is niet langer of het internationale strafrecht de achterstand zal inhalen - maar wanneer.